Het productieproces van
spingebonden niet-geweven stof omvat verschillende stappen die synthetische polymeervezels transformeren in een samenhangend en continu vel stof. Hier is een overzicht van het typische proces:
1. Polymeerextrusie:
Het proces begint met de extrusie van synthetische polymeerpellets, zoals polypropyleen (PP) of polyester (PET), tot gesmolten toestand. Het gesmolten polymeer wordt vervolgens door spindoppen geperst, dit zijn kleine gaatjes die in een patroon zijn gerangschikt. Deze spindoppen zijn vergelijkbaar met een douchekop, waardoor het gesmolten polymeer in meerdere fijne stromen naar buiten kan komen.
2. Filament spinnen:
Terwijl de gesmolten polymeerstromen de spindoppen verlaten, worden ze snel afgekoeld, waardoor ze stollen tot continue filamenten. Deze filamenten worden verzameld op een bewegende transportband of vormoppervlak.
3. Webformatie:
De verzamelde filamenten worden willekeurig of gecontroleerd op de transportband gelegd en vormen zo een los vezelweb. De dichtheid en uniformiteit van het web kunnen worden geregeld door de snelheid van de transportband en de snelheid waarmee de filamenten worden afgezet aan te passen.
4. Verlijming:
Het losse vezelweb doorloopt een verbindingsproces, waarbij de afzonderlijke filamenten aan elkaar worden gehecht om een samenhangende weefselstructuur te creëren. Verbinding kan op verschillende manieren worden bereikt:
Thermische binding: Er wordt warmte op het vezelweb toegepast, waardoor de polymeerfilamenten gedeeltelijk smelten en samensmelten op hun contactpunten.
Chemische binding: Er wordt een bindmiddel of lijm op het vezelweb aangebracht, dat reageert met het polymeer en verbindingen creëert terwijl het uithardt.
Mechanische binding: Naalden of andere mechanische middelen worden gebruikt om de vezels fysiek te verstrengelen en in elkaar te grijpen, waardoor een gebonden structuur ontstaat.
5. Koelen en afwerken:
Na het verlijmen kan de stof door een koelgedeelte gaan om de verbindingen te verstevigen en de structuur van de stof te fixeren. Aanvullende afwerkingsprocessen, zoals kalanderen (persen tussen verwarmde rollen) of coating, kunnen worden toegepast om eigenschappen zoals gladheid, textuur, waterbestendigheid of andere functionaliteiten te verbeteren.
6. Wikkelen en snijden:
Het uiteindelijke gebonden weefsel wordt op rollen gewikkeld voor opslag of verdere verwerking. Vervolgens kan het in de gewenste breedtes en lengtes worden gesneden voor verschillende toepassingen.
Het productieproces van spingebonden niet-geweven stoffen staat bekend om het produceren van stoffen met hoge sterkte, duurzaamheid en uniformiteit, waardoor ze geschikt zijn voor een breed scala aan toepassingen, waaronder medische toepassingen, hygiëne, geotextiel, automobielindustrie en meer.